[Gr.], m. (mv.), teksten op papyrus.
Dank zij het droge klimaat zijn er in Egypte zeer veel papyri bewaard gebleven. Reeds in de 18e eeuw waren er enkele bekend, maar laat in de 19e eeuw werden de vondsten talrijker. Het betreft vaak toevallige vondsten door boeren, die de papyri meestal weggooiden maar soms ook aan westerlingen verkochten; uiteindelijk werden er ook wetenschappelijke expedities uitgezonden om papyri op te graven (Flinders Petrie, 1888; Grenfell en Hunt in Oxyrhynchus, 1896-1907). De rijkste vindplaats is het Fajoemgebied. Buiten Egypte zijn er slechts sporadisch papyri bewaard gebleven: de Judese rollen in Palestina, vondsten in Doera aan de Eufraat, een groep houten plankjes in Algerije en verkoolde papyri in Macedonië (1961). Aparte vermelding verdient de uitzonderlijke vondst in Herculaneum: de oudste van alle papyri (1752), de enige in Italië, en een van de zeer weinige waarbij een gehele bibliotheek (totaal verkoold) op de oorspronkelijke bewaarplaats is gevonden.
Tot de rijkste collecties behoren die te Cairo, Wenen, Oxford en Berlijn. De meeste van de gevonden papyri stammen van afvalhopen; andere waren tot karton voor mummiekisten verplakt; slechts weinige zijn zo gevonden als ze oudtijds bewaard werden (b.v. een archiefje in een pot). Door deze vondstomstandigheden zijn de papyri meestal zeer fragmentarisch en verkeren vaak in slechte toestand. Bovendien zijn zij vaak in zeer vluchtig en moeilijk leesbaar schrift geschreven.
Vele papyri zijn geschreven in het Oudegyptisch er de latere vorm daarvan, het Koptisch. In het overige materiaal vormen de Griekse papyri de overgrote meerderheid, daar van de verovering door Alexander de Grote (332 v.C.) tot lang na die door de Arabieren (641 n.C.) het Grieks in Egypte de taal var het gehele bestuur en van een goed deel der bevolking was. De Griekse papyri zijn zeer waardevol voor de kennis van de ontwikkeling van de taal er het schrift; hun grootste belang ligt echter in de inhoud. Zij zijn te verdelen in twee grote groepen. De documentaire papyri geven uit een periode van duizend jaar (de oudste is een oorkonde uit 311 v.C.) een beeld van het optreden van Egyptische burgers en ambtenaren. Zij behelzen officiële stukken: van keizerlijke decreten, correspondentie van provinciegouverneurs, kadasters, procesprotocollen tot belastingkwitantiestrookjes; verder zijn er stukken door de burger tot de overheid gericht: aangiften van inkomen en geboorte, verzoeken om vrijstellingen en vergunningen, klachten wegens diefstal en overlast; tenslotte zijn er nog de particuliere papieren: testamenten, contracten over huur, leertijd of bruidsschat, brieven, horoscopen, schoolwerk, kasboeken en vrachtgoedetiketten. Deze tienduizenden documenten geven een zeer gedetailleerd beeld van het Greco-Romeinse Egypte.
De litteraire papyri (volgens een telling van 1965 2916 in getal) zijn de fragmenten van boeken, variërend van vrijwel gave boekrollen tot snippers met slechts enkele letters (ook hier zijn de oudste uit de 4e eeuw v.C.). De meeste bevatten werken die al bekend waren, Homeros vooral. De papyri zijn bijna altijd eeuwen ouder dan de oudste anderszins bekende handschriften, en werpen veel licht op de tekstgeschiedenis van de betrokken auteurs. Nog fascinerender zijn de papyri met teksten die sinds meer dan duizend jaar waren verloren. Dank zij papyri zijn de Paianen van Pindaros, de Atheense Staatsinrichting van Aristoteles, de Speurhonden van Sofokles en gedichten van Sapfo, Alkman, Kallimachos e.a. bewaard. Door de papyrivondsten kwamen er werken van Bakchylides (19 gedichten), Herondas (8 mimen), Hyperides (6 redevoeringen), Menander {Het scheidsgerecht; Dyskolos) aan het licht. Ook voor de vroegchristelijke en de gnostische litteratuur zijn er aanwinsten, waaronder apocriefe evangeliën en het Zacharias-commentaar van Didymos de Blinde.
Uit de tijd na de verovering van Egypte door Rome (30 v.C.) stammen ook Latijnse papyri. Zij zijn veel minder talrijk en belangrijk dan de Griekse, maar overeenkomstig van aard. Aan litteraire aanwinsten zijn noemenswaardig: een rede van keizer Claudius (ca.50 n.C.), een uittreksel uit Livius. Voorts zijn er papyri in het Aramees (oorkonden uit Elefantine, 5e eeuw v.C.), Hebreeuws (o.a. bijbelteksten, religieuze werken en documenten uit Palestina), Arabisch (vanaf 641 n.C.) en andere talen, en zelfs een fragment in het Gotisch. Uitgaven: The Oxyrhynchus Papyri (vanaf 1898; deel 45 in 1977); E.Cavenaile, Corpus papyrorum latinarum (1958).
LITT. R.A.Pack, The Greek and Latin literary texts from Egypt (1965); M.David en B.A.van Groningen, Papyrological primer (1965); E.Boswinkel en P.J.Sijpesteijn, Greek papyri (1968); E.
G.Turner, Greek manuscripts of the ancient world (1971); O.Montevecchi, La papirologia (1973); K. Aland (red.), Repertorium der griech. christl. Papyri (1976).