(Papiamento, Papjamintoe, Papjementu, Papiament, Papiaments),
o., omgangstaal op de Ned. Antillen. Het Papiamentoe wordt gesproken door ca. 225000 mensen op Aruba, Bonaire en Cura$ao, de Benedenwindse Eilanden van de Ned. Antillen. (Op de drie Bovenwindse Eilanden, Sint-Maarten. Saba en Sint-Eustatius, is Engels de moedertaal). De naam Papiamentoe is waarschijnlijk afgeleid van
het Portugese werkwoord papear (praten). Aangenomen wordt dat de taal in West-Afrika is ontstaan in de Portugese slavenkampen en na 1634, het jaar waarin de Nederlanders Curaçao veroverden, is ingevoerd. Het Papiamentoe is een Creoolse taal met een Iberisch karakter, vrij grote Ned. invloed en Afrikaanse trekken. Hoewel na de vestiging van de olie-industrie in 1916 het gebruik van het Papiamentoe in alle Curaçaose milieus was doorgedrongen, heeft er nog jaren een odium van onvolkomenheid en minderwaardigheid op gerust. Toch is deze taal, in afwijking van de meeste creolentalen, tot een volwaardige taal uitgegroeid. Het Papiamentoe wordt gebruikt in politieke discussies, in de Staten (te vergelijken met het Ned. parlement), in kranten en tijdschriften, in litterair proza, in poëzie en in wetenschappelijke verhandelingen. In 1976 kwam het tot een spellingsstrijd tussen degenen, die een etymologische spelling propageren en degenen, die van oordeel zijn dat een fonologisch-fonetische orthografie de voorkeur verdient.
LITT. M.D.Latour en P.H.J.Uittenbogaard, De taal Papiamentu en haar oorsprong (1953); A.J. Maduro, Papiamentu, origen i formacion (1965); F. Martinus, Bibliografie van het Papiamentu (1972).