o. (-s),
1. deel van de wapenrusting ter bescherming van de buik of het lijf; (bij uitbreiding) harnas (e);
2. (dierkunde) bij verschillende dieren: een door de huid gevormde harde laag ter beschutting van het lichaam;
3. stalen bekleding waarmee oorlogsschepen, pantsertreinen enz. worden beschermd.
Pantsers werden uitgevoerd o.a. als pantserhemden, samengesteld uit ringen van metaaldraad, de maliënkolders. De toepassing van gesmede platen bracht het harnas tot ontwikkeling. De invoering van de handvuurwapens was de oorzaak dat de harnassen buiten gebruik kwamen. Het borstpantser bleef in de vorm van de kuras bij bereden troepen lang in gebruik. De stalen helm maakt nog steeds deel uit van de uitrusting. Het borstkuras komt alleen nog bij sommige parade-uniformen voor. Een moderne versie is het kogelvrije vest dat door de Amerikaanse luchtmacht werd ingevoerd voor vliegtuigbemanningen tijdens de Tweede Wereldoorlog.