Erwin, Amerikaans kunsthistoricus, *30.3.1892 Hannover, ♰14.3.1968 Princeton; van Duitse afkomst; Panofsky studeerde bij W.Vöge en A.Goldschmidt. Hij wijdde zich m.n. aan de geschiedenis van de kunsttheorie en iconologie.
Van 1926—33 was hij hoogleraar te Hamburg. Sinds 1935 verbleef hij in de VS, waar hij in 1963 hoogleraar werd te New York. In zijn diepgaande studies had Panofsky aandacht voor de iconografische en stilistische aspecten van zijn onderwerp. Zijn werk is van groot belang voor de ontwikkeling van de kunsthistorie. Werken: Dürers Kunsttheorie (1915), Die sixtinische Decke (1921), Handzeichnungen Michel Angelos, Dürers Stellung zur Antike (1922), (met F Saxl) Dürers Melancholie I (1923), Idea (1924), Hercules am Scheidewege (1930), Studies in iconology (1939), Suger, on the Abbey Church of Saint-Denis and its art treasures (1946), Albrecht Dürer (2 dln. 1948), Early Netherlandish painting (2 dln. 1953), Meaning in the visual arts (1955), (met D. Panofsky) Pandora’s box (1956), Renaissance and renascences in western art (1960), The iconograph of Correggio ’s Camera di San Paoldo (Studies of the Warburg Inst, vol XXVI), (1961), Tomb sculpture (1964).
LITT. L.Dittmann, Stil, Symbol, Struktur, Studien zu Kategorien der Kunstgeschichte (1967).
