(pseud.), Belg. beeldend kunstenaar, *1940 Antwerpen. Panamarenko studeerde aan de Academie te Antwerpen.
Vanaf 1966 houd hij zich bezig met een soort pop-art. In ander werk gebruikte hij technische trucjes; zo maakte hij zoemende motten in het riet, een kermende meikeiker. Deze combinatie van natuurlijk-kunstmatig is typerend voor de arte povera. Al deze objecten zijn met zeer eenvoudig en goedkoop materiaal vervaardigd. Panamarenko toont een bijzondere belangstelling voor vliegtuigen en ballonvaartuigen. Hij maakt uitgebreide ontwerptekeningen met de bedoeling dat ze uitgevoerd zouden worden en bovendien functioneren, hoewel dit meestal nauwelijks mogelijk blijkt.
Het maken op zichzelf staat centraal. Hij wil de onbegrijpelijk geworden techniek tot menselijke proporties terugbrengen. Sinds ca. 1972 inspireert Panamarenko zich op de vogel-en insektenkunde.
LITT. Cat. tent. Boezem en Panamarenko, Van Abbe-museum Eindhoven (1970); Cat. tent. Documenta 5 (Kassei 1972; met bibl.); Cat. tent. Panamarenko, Paleis voor Schone Kunsten, Brussel 1978).