Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

pampa

betekenis & definitie

m./v. (-’s), vrijwel boomloze vlakte in Zuid-Amerika, m.n. het prairielandschap in het midden van Argentinië.

De bodem van de pampa in Argentinië (760000 km2) loopt langzaam op van het oosten naar het westen (bij Buenos Aires 6 m, bij Mendoza ca. 700 m boven zeeniveau). De ondergrond bestaat uit een rotsbodem, die in verschillende Sierras te voorschijn treedt. Deze rotsbodem is gedeeltelijk bedekt met löss (20-30 m dik), gedeeltelijk met fluviatiele zanden. Er zijn twee zones te onderscheiden: een oostelijke tussen Buenos Aires en de Salado, zacht golvend met een goed ontwikkeld rivierenstelsel, en een westelijke met een slecht ontwikkeld rivierenstelsel en zoutmoerassen (salinas). Het klimaat wordt gekenmerkt door koele winters en hete zomers. De jaarlijkse neerslag bedraagt ca. 250900 mm en neemt van oost naar west af.

De regen valt in alle jaargetijden, maar in het westen vooral in de zomer en in het oosten in het vooren najaar. De isohyeet van 550 mm vormt de grens waarbinnen de belangrijkste veeteelten landbouwgebieden (maïs en tarwe) van de pampa’s gelegen zijn; tarwe m.n. in het westelijk deel en de prov. Santa Fé, maïsbouw in de driehoek Rosario—Rufino-Buenos Aires en rundveeteelt ten zuiden van de lijn Rufino-Buenos Aires. Ten westen van deze lijn is nog het landbouwen veeteeltgebied ten oosten van San Luis te noemen, waar kunstmatige bevloeiing nodig is. In de pampa heerst monocultuur. De landbouw staat, behalve in de oude akkerbouwgebieden (Santa Fé), min of meer in dienst van de veeteelt. Behalve door akkerbouw en luzerneweiden (alfalfa) heeft de pampa voor een deel haar oorspronkelijke karakter verloren door de aanplant in het groot van de Australische Eucalyptus en de Casuarina.

< >