[Gr. paluno, verspreiden], v., tak van wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar de wand van haploïde voortplantingscellen van vaatplanten, sporen en pollenkorrels (stuifmeelkorrels); pollenonderzoek. Palynologie kwam vooral tot ontwikkeling met het onderzoek naar gefossiliseerde stuifmeelkorrels.
Vooral veenafzettingen worden op pollenkorrels onderzocht, waarbij uit de aantallen en diversiteit van de soorten de samenstelling van de toenmalige flora wordt afgeleid.Aan de hand van de vegetatie worden klimatologische omstandigheden vastgesteld. Bij het berekenen van percentages van bepaalde korrels gevonden in grondmonsters moet in het oog worden gehouden, dat door wind en water stuifmeel over grote afstand kan worden verplaatst, zodat het percentage voor het aangeven van de plaatselijke vegetatie gewijzigd moet worden. De percentages uitgezet in de tijd (pollendiagram) leveren een bijdrage tot de kennis van b.v. het verloop van de ijstijden op het noordelijk half-1 rond. Palynologische gegevens worden in het algemeen gebruikt bij taxonomische, geologische, paleoklimatologische, plantengeografische en bodemkundige onderzoekingen.
