(Praenestinus, il Prenestino), Giovanni Pierluigi da, Italiaans componist, *ca.1525 Palestrina, ♰2.2.1594 Rome. Da Palestrina was een leerling van Firmin le Bel en Mallapert.
In 1544 werd hij organist en kapelmeester te Palestrina. In 1551 werd hij te Rome kapelmeester aan de Iuliaanse en in 1555 zanger aan de Sixtijnse kapel. Hij was componist aan de pauselijke kapel en vanaf 1571 aan de Sint-Pieter. Da Palestrina werkte mee aan het oratorium van F.Neri. Als componist trok Da Palestrina, die beschouwd wordt als de grootmeester van de rooms-katholieke polyfone kerkmuziek, het eerst de aandacht door een boek Missen, dat hij aan Paus Julius III opdroeg; zijn zesstemmige Missae Papae Marcelli (1562) is zijn beroemdste werk geworden. Zijn stijl, stilo antico, ad canones, of a capella genoemd, is de strenge polyfone schrijfwijze voor stemmen zonder begeleiding van instrumenten, behorend tot de Romeinse School.
Gedurende de 18e eeuw raakte Palestrina’s muziek in vergetelheid, maar ca. 1860, met de Regenburgse School, werd zijn kerkstijl als ideaal gekenmerkt en richtte het caecilianisme zich op het doen herleven van de Palestrina-stijl. Composities: ca. 325 motetten, 5 hymnen, 68 offertoria, 93 missen, 36 lamentationes, 35 magnificats en 33 madrigalen. Uitgave: Verzameld werk, door T.de Witt, F.Espagne, F.Commer, F.X.Haberl (33 dln. 1862-1903); door R.Casimiri (34 dln. 1941 vlg.).
LITT. R.R.Terry, G.da Palestrina (1948); L.Bianchi en K.G.Felleler, Palestrina (1971); M.Boyd, Palestrina’s style (1973).