Italiaanse stad, hoofdstad van de gelijknamige prov. (5016 km2, 1,2 mln. inw.), 661250 inw. Palermo is het economisch en cultureel middelpunt van Sicilië.
In de eerste plaats handelsstad, waarin ook industrie (textiel, lederwaren, aardewerk, chemicaliën, scheepsbouw, levensmiddelen), van grote betekenis zijn het scheepvaartverkeer en het toerisme. Palermo is regelmatig gebouwd. In het zuidwesten stond het kasteel van de Normandische vorsten, later vervangen door het koninklijk paleis. Van het oude gebouw zijn alleen nog over de Capella Palatina (12e eeuw) en de Torre Santa Ninfa (thans sterrenwacht). De stad werd in de Tweede Wereldoorlog door bombardementen en artillerievuur vrij zwaar beschadigd (grotendeels hersteld). In de nabijheid van het koninklijk paleis de ruïne van San Giovanni degli Eremiti (12e eeuw, met resten van een moskee, kloostergang), het Palazzo Sclafani (14e eeuw), en de dom (vroeger moskee; 12e eeuw).
De San Cataldo dateert uit de 12e eeuw. Nationaal museum. De universiteit dateert van 1805. Conservatorium.geschiedenis. Palermo heette in de oudheid Panormus. Het werd gesticht door de Feniciërs, was later een belangrijk Carthaags steunpunt.
In 254 v. C. door de Romeinen veroverd, viel het tijdens de volksverhuizingen in handen van de Ostrogoten. In 535 veroverd door de Byzantijnen, in 830 door de Arabieren, in 1072 door de Normandiërs, die het tot residentie van hun Zuid Italiaanse staat verhieven.
In 1282 vond de Siciliaanse Vesper haar uitgangspunt in Palermo. Het werd bezet door Aragon, ging daardoor einde 15e eeuw in Spanje op en kwam na de Spaanse Successieoorlog (1701-13) aan Savoye, in 1720 aan Oostenrijk, en in 1735 aan de Bourbons. Garibaldi voegde Palermo in 1860 bij Italië.
