Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-06-2020

Paleolithicum (Paleoliticum)

betekenis & definitie

[→Gr. lithos, steen], oude steentijd, periode uit de prehistorie die volgens sommigen 1 mln., volgens anderen 2 mln. jaren geleden is begonnen en eindigde ca.8000 v.C. In het paleolithicum, door geologen Pleistoceen genoemd, worden vier ijstijden onderscheiden: Günz, Mindel, Riss en Würm.

De ontwikkeling van de mens in fysisch-antropologisch opzicht en van zijn culturen loopt in grote lijnen parallel met deze indeling. Ieder nieuw type mens wist belangrijke verbeteringen aan te brengen in de techniek om van stenen, bij voorkeur vuurstenen, gebruiksvoorwerpen en verscheidene soorten gereedschappen te maken. Het Paleolithicum wordt ingedeeld in: OudPaleolithicum, waartoe men de mensen en culturen toekent die van de le tot de 3e ijstijd leefden, Midden-Paleolithicum, dat van de 3e tot de 4e ijstijd loopt, Jong-Paleolithicum, dat in de laatste ijstijd wordt geplaatst.De oudste mensen waren de Australantropen, van wie resten in Zuidoost-Afrika zijn gevonden. Zij gebruikten de chopper tools, rolstenen waaraan men door één tot drie stukken af te slaan een scherpe kant maakte. Daarna volgden de Archeantropen, waartoe de →Pithecanthropus van Java en de Sinanthropus uit China behoren. Zij wisten door tal van afslagen uit een stuk vuursteen vuistbijlen te vervaardigen. Al naargelang er als laatste bewerking niet of wel kleine stukjes werden afgeslagen, spreekt men van Abbevillienof Acheuléenvuistbijlen. De steeds betere beheersing van de vuursteenbewerking zette zich voort in het Midden-Paleolithicum onder de Paleantropen, waartoe de Neanderthalers (→Homo) behoren.

Zij kenden Moustérienvuistbijlen en daarnaast ook spitsen die volgens een geheel andere techniek werden vervaardigd. Men legde zich erop toe om zeer fraaie afslagen te verkrijgen, die als werktuig dienden. Deze werktuigen ontstonden in het →Levalloisien. Vuurstenen gereedschap van de Neanderthalers is ook in Nederland en België gevonden. De jongste mensvorm is de Homo sapiens, die gedurende de laatste ijstijd ontstond, Deze heeft de Neanderthalers nog gekend, zoals uit vondsten in Palestina blijkt, waar schedels van beiden bijeen gevonden zijn.

De culturen van het Jong-Paleolithicum zijn die van de Homo sapiens. Hij is de eerste die aan beenbewerking heeft gedaan. De vuursteenbewerking werd steeds meer verfijnd. Men ging zich toeleggen op het vervaardigen van klingvormige afslagen, die als halffabrikaat dienden voor gebruiksvoorwerpen als krabbers, stekers en spitsen. Ze kregen hun vorm door de klingen te retoucheren. Ook ging de mens van toen af zijn gedachten in beelden vastleggen, wat aanleiding gaf tot het ontstaan en de bloei van de jongpaleolithische kunst.

Beensculpturen en graveringen op been vindt men van Zuidwest-Europa tot in Zuid-Rusland: rotsschilderingen en gravures vooral in Zuid-Frankrijk (→Lascaux, grot van) en Noordwest-Spanje (→Altamira), ook in de Zuid-Oeral. In het Jong-Paleolithicum onderscheidt men verschillende culturen, o.a. →Aurignacien, →Périgordien, →Solutréen, →Gravettien, →Magdalénien, →Hamburgercultuur, →Tjonger cultuur, →Ahrensburger cultuur. LITT. K.Sandars, Prehistorie art in Europe (1968); G.Clark, World prehistory (1969); M.Berenger, Prehistorie man and his art (1975).

< >