(zette over, heeft overgezet),
I. (overg.)
1. met een vaartuig naar de overkant brengen:
emand —; met de pont —; 2. (scheepvaart) in een vaartuig overladen: de mail van het schip werd midden in de oceaan op een ander schip overgezet; 3.
weinig gebruikt) vertalen, overbrengen; 4. opnieuw zetten: (bij goudsmeden) stenen -, opnieuw n edel metaal vatten; (bij boekdrukkers) opnieuw iet zetsel samenstellen; II. (onoverg.) (bij spelen)
een nieuwe zet doen in plaats van de vorige: je hebt je verkeken, maar je mag -.