v. (-en), de jaarwinst van een vennootschap, verminderd met het eventueel achterstallige cumulatief preferente dividend en met het
primaire dividend, een in de statuten vastgelegde uitkering aan de houders van gewone aandelen.
(e) In de statuten is doorgaans tevens bepaald hoe de overwinst wordt verdeeld over diverse bestemmingen als tantièmes, winstdeling, toeslag op het primaire dividend, reservevorming e.d. De beslissing kan ook geheel of ten dele aan de algemene vergadering van aandeelhouders worden overgelaten. Door invoering in Nederland van vermogens aanwasdeling (vad) wil de overheid ingrijpen in de bestaande regelingen, zó dat een deel van de winst direct of indirect ter beschikking van de werknemers zal komen. In 1979 was er nog geen definitieve politieke overeenstemming over de VAD tot stand gekomen.
In België gebruikt men de term batig saldo om het begrip overwinst aan te duiden.
