Jan Jacob, Ned. letterkundige, *2.1.1926 Blaricum. Oversteegen studeerde geschiedenis en Ned. taal en letterkunde te Amsterdam.
In 1965 werd hij als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1969 promoveerde op het proefschrift Vorm of vent.Opvattingen over de aard van het litteraire werk in de Ned. kritiek tussen de twee wereldoorlogen. Daarnaast publiceerde hij Keur uit het werk van W. G.C.Byvanck (1956) en een bloemlezing korte verhalen uit de jaren vijftig Kort geding (1963). In de
jaren zestig manifesteerde hij zich als richting bepalend auteur van de egocentrische leratuur benadering door de oprichting van het tijdschrift Merlyn (1962) en in de met zijn mederedacteuren vervaardigde litteratuuroverzichten litterair lustrum I en II (1967 en 1971). In 1973 werd Oversteegen hoogleraar te Amsterdam en vanaf 1976 is hij hoogleraar algemene litteratuurwetenschap te Utrecht.