m. (-s), boom die men bij de veiling
van een opstand laat staan.
(e) Men laat overstaanders te zamen met de nieuwe generatie zo mogelijk nog één omloop (of korter)
doorgroeien, zodat deze bomen grote diameters bereiken. In aanmerking komen alleen bijzonder goed gevormde, gezonde bomen in een aantal van 10-50 per ha en alleen op een goede bodem.