akte die wordt opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de persoon is overleden. Ieder die uit eigen wetenschap kennis draagt van het overlijden van een persoon is tot aangifte bevoegd.
In Nederland zorgt de ambtenaar van de burgerlijke stand, ingeval iemand buiten zijn woonplaats overlijdt, voor de inschrijving van de akte van overlijden in de registers van de woonplaats van de overledene (art. 19 BW). De akte van overlijden houdt in: naam, voornamen, ouderdom, beroep, woonplaats, dag en uur van overlijden; naam en voornamen van echtgeno(o)ten gewezen echtgeno(o)t(en);
naam, voornaam, beroep en ouderdom van de aangever. De termijn binnen welke een akte van overlijden moet worden opgemaakt is niet in het BW genoemd. Een akte van overlijden van pasgeboren kinderen mag niet worden ingeschreven, dan nadat is gebleken dat een geboorteakte bestond. Bijzondere regelingen zijn gemaakt voor overlijden gedurende een zeereis. Indien sterfregisters zijn verloren geraakt of bijzondere omstandigheden de inschrijving van de akte van overlijden hebben verhinderd, zal het overlijden door getuigen en bescheiden kunnen worden bewezen. Bij de wet van 2.6.1950 werden o.a. bepalingen gesteld omtrent het opmaken van een akte van vermisten, aangifte.
In België wordt de akte van overlijden opgemaakt op aangifte van twee getuigen, zo mogelijk twee naaste bloedverwanten of buren of, wanneer iemand buiten zijn woonplaats gestorven is, de persoon bij wie hij overleden is, en een bloedverwant of een ander persoon (art. 78 BW). De aangifte moet dadelijk na het overlijden geschieden, zo niet, dan mag het slechts in een akte van de burgerlijke stand worden ingeschreven krachtens een vonnis.
Bij gebrek aan een akte van overlijden is een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg het enig middel om een dergelijke akte te vervangen, d.i. de gerechtelijke vaststelling van overlijden, nl. in geval van te late aangifte, verzuim van aangifte, of onmogelijkheid van vaststelling van overlijden. De wet van 20.8.1948 voorziet voor de personen die vermist zijn door oorlogsfeiten de administratieve uitspraak van vermoedelijk overlijden; zij heeft dezelfde gevolgen als een vonnis tot verklaring van overlijden, maar, voor een reeks burgerlijke en andere rechten, staat die uitspraak gelijk met het bewijs van de dood.