(blies over, heeft overgeblazen),
1. nog eens opnieuw blazen;
2. nog eens spelen: dit gedeelte moet je nog eens overblazen;
3. een instrument een hogere natuurtoon dan de grondtoon laten vóórtbrengen door verandering van blaassterkte (b.v. bij de blokfluit) of van de lipspanning (zoals bij de trompet). Koperen blaasinstrumenten worden uitsluitend overblazend bespeeld. Bij houten blaasinstrumenten wordt door overblazen het toonbereik met één of meer octaven uitgebreid.
Overblazen is te vergelijken met het voortbrengen van flageolettenen bij snaarinstrumenten, boventoon.