de vele volksgebruiken die de jaarwisseling vergezellen.
Oudejaarsgebruiken variëren van het bezoeken van een kerkdienst tot het afschieten van vuurwerk (na de Tweede Wereldoorlog sterk toegenomen), van het al of niet verboden luiden van klokken tot het zgn. slepen of tôgjen (Friesland). Dit is een gebruik waarbij de mannelijke jeugd alles wat los is (eventueel wat vastzit) op een centrale plaats bijeenbrengt, waarna de eigenaren hun goederen moeten terughalen. In Friesland geldt als topprestatie het plaatsen van een landbouwwagen op het dak van huis of schuur. Dit gebruik komt ook voor onder de naam de verzameling brengen in Wierden en sleppen in Oosten Noord-Nederland.
De viering van oudjaar gaat over in die van nieuwjaarsdag.
Nieuwjaarsgebruiken waren in Nederland en België oorspronkelijk gebruiken van het Romeinse feest van de Saturnaliën, ca. 17 dec. ter ere van de zaai-god Saturnus gehouden, zoals het houden van rijke maaltijden en drinkgelagen en het geven van geschenken (hoe meer men at en gaf, des te vruchtbaarder zou het jaar worden). Deze gebruiken gingen op 1 jan. over toen deze Romeinse nieuwjaarsdag, gekerstend tot het feest van Christus’ besnijdenis, door de Germanen werd overgenomen. Van de geschenken uit de Romeinse nieuwjaarsdag werden de wensen overgenomen, oorspronkelijk van rituele kracht. Toen dit besef verdween, werd het bedelarij.
Hiertegen, evenals tegen het nieuwjaarszingen ’s avonds en ’s nachts op de straten, trad de overheid op, waarna men almanakken en vervolgens nieuwjaarsprenten met berijmde gelukwensen te koopaanbood. Kinderen schreven op een groot vel papier, met randversiering van gekleurde en ongekleurde tafereeltjes en bloemen, een nieuwjaarsbrief voor ouders, peter en meter en verwanten, die in Vlaanderen nog wel wordt voorgelezen. Deze pennekunst werd later door drukkunst vervangen.
Ook vormde de gehele burgerij tegen de overgang van oud-en-nieuw een optocht, met de nachtwacht voorop om het nieuwjaarslied te zingen. Dit gebruik bestaat nog in Ootmarsum en in Gramsbergen, waar nachtwacht en burgerij tijdens de rondgang een speciaal lied zingen. Muziek in de nieuwjaarsnacht kent men op tal van plaatsen in Oosten Zuid-Nederland, waarbij in Goor om klokke twaalf honderden gemaskerden de straten vullen. Nieuwjaarsgebruiken zijn ook het nieuwjaarswensen door kinderen langs de deuren, het nieuwjaarszingen (Casteren, Budel en Gastel), wat in Vlaanderen op sommige plaatsen door kinderen nog wordt gedaan (Nieuwjaarke zoete) en het ‘elkaar het nieuwjaar afwinnen’: de eerste zijn met het gelukwensen. Met nieuwjaar worden o.a. in België speciale krentenbroden en peperkoeken gebakken.
LITT. S.J.van der Molen, Levend volksleven (1961).