Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Otto

betekenis & definitie

mannennaam, gedragen door vele vorsten.

DUITSLAND

Otto I de Grote, koning-keizer van Duitsland (936973), *23.11.912, ♱7.5.973 Memleben; zoon en opvolger van Hendrik II. Otto wilde de soevereiniteit van de hertogen verminderen en hun invloed bij de benoeming van geestelijken te niet doen. Daardoor had hij te kampen met opstandige hertogen, die hij in Lotharingen, Beieren en Zwaben door eigen familieleden verving. Jarenlange strijd en opstanden wezen uit dat dit evenmin een betrouwbaar systeem was, zodat hij later de eenheid van zijn regering vooral op een samenwerken met de rijkskerk baseerde. Otto liet zich in 962 te Rome door raus Leo VIII tot keizer kronen, wist zijn keiterschap ook in het Byzantijnse Rijk erkend te krijgen en bevorderde de Duitse expansie naar het oosten.

Litt. H.Beumann en H.Büttner, Das Kaisertum Otto des Grossen (1962);H.Aubin, Otto der Grosse tnd die Erneuerung des abendländischen Kaisertum (1962).

Otto II, koning-keizer van Duitsland (973-983), *955, †7.12.983 Rome; zoon en opvolger van Otto I. Otto werd in 961 tot koning, in 967 tot medekeizer gekroond. Evenals zijn vader steunde hij voor een groot deel op de kerk. De eerste vijf jaren van Otto’s regering werden in beslag genomen door de strijd tegen Beieren, Lotharingen, Bohemen en Polen.

De twee laatste landen kon Otto niet bedwingen, maar Lotharingen wist hij, na Frankrijk te hebben verslagen, geheel zijn wil op te leggen (970). Daarna trok hij naar Italië om paus Benedictus VII in zijn gezag te herstellen en de Saracenen uit Zuid-Italië te verdrijven. In 982 werd hij in Calabrië (bij Cotrone) verpletterend verslagen. Op het einde van zijn regering bracht een grote Slavische opstand het rijksgezag ten oosten van de Elbe tot volslagen ineenstorting. Zijn huwelijk met de Byzantijnse prinses Theofano had een diepe invloed op de revolutie van de kunst van de 10e eeuw, waarin onder haar invloed elementen van Byzantijnse verfijning doordrongen (Ottoonse renaissance).

LITT. R.Holtzmann, Geschichte der sächsischen Kaiserzeit (2e dr. 1955).

Otto III, koning-keizer van Duitsland (982—1002), *980, ♱23.1.1002 Paterno; zoon van Otto n. Otto

stond tot 995 onder regentschap van zijn Byzantijnse moeder Theofano en van zijn grootmoeder Adelheid. Hij trok driemaal naar Italië en werd in 996 tot keizer gekroond. In 999 verhief hij zijn beroemde leermeester Gerbert van Aurillac tot paus (Silvester II). Otto verbond mystieke idealen met de gedachte aan een renovatio imperii (een nieuw Romeins wereldrijk, dat de civitas Dei de stad Gods van Augustinus zou realiseren). Door toe te stemmen in de oprichting van het aartsbisdom Gnesen, waardoor Polen niet langer ressorteerde onder de aartsbisschop van Maagdenburg, alsmede door de erkenning van de koning van Hongarije, verzwakte Otto de positie van Duitsland.

LITT. M.ter Braak, Otto III (diss. 1928); P.E.Schramm, Kaiser, Rom und Renovatio (2 dln.

1957); M.de Ferdinandy, Der Heilige Kaiser Otto III und seine Ahnen (1969).

Otto IV, koning-keizer van Duitsland (1198-1218),*ca.1180, ♱9.5.1218 Harzburg; zoon van Hendrik de Leeuw. Otto sleet de ballingschap van de Welfen aan het Engelse hof en werd na de dood van de jonge Hohenstaufenkeizer Hendrik VI door de Keulse aartsbisschop en diens aanhang tot koning gekozen.

Hij bleek echter niet opgewassen tegen zijn Staufische tegenstanders onder leiding van Filips van Zwaben en kon pas na diens vermoording (1208)

zijn gezag over het rijk vestigen. Na zijn kroning tot keizer ging Otto zelf over tot de expansiepolitiek van de Hohenstaufen; toen hij het onder pauselijke leenhoogheid staande Sicilië aanviel, deed paus Innocentius III hem in de ban. De laatste liet nu, in samenwerking met Frankrijk, Frederik n van Hohenstaufen tot koning kiezen. Nadat Otto en zijn Engelse bondgenoten bij Bouvines door Frankrijk waren verslagen (1214), verloor hij ook zijn meeste Duitse aanhangers, zodat hij zich buiten zijn Brunswijkse erfland nog maar weinig kon doen gelden.

LITT. J.Haller, Innozenz . und Otto IV. (in: Festschr. P.Kehr, 1926); F.Kempf, Papsttum und Kaisertum bei Innozenz III. (1954).

GELRE

Otto I, graaf van Gelre, het eerst vermeld 10.9.1184(7), ♱na 30.4.1207; zoon van Hendrik I van

Gelre en Agnes van Brabant. Otto huwde vóór 1188 met Richardis, dochter van hertog Otto van Beieren. Hij breidde zijn territorium uit met de Veluwe en nam deel aan de Derde Kruistocht (1189-92).

In 1190 wordt hij genoemd als graaf van Gelre en Zutphen, hetgeen de eerste vermelding is van de vereniging van deze gebieden. In een conflict met Holland over het bestuur van het Sticht werd Otto in 1196 verslagen. Hij werd eveneens verslagen door Brabant.

Otto II de Lamme, of met de Paardevoet, graaf van Gelre (1229-71), *ca.l200, ♱10.1.1271; zoon van Gerard V en Margareta van Brabant. Otto regeerde eerst onder voogdij van zijn grootvader Hendrik I van Brabant. Hij versterkte de grafelijke macht door het geven van privilegiën aan de steden en door aankoop van o.a. Emmerik, Groenlo, Breevoort en Zevenaar. In 1249 verwierf hij van Rooms-Koning Willem II Nijmegen en het Rijk van Nijmegen en in 1263 wist hij het regentschap over het graafschap Holland te verkrijgen, gebruik makend van de minderjarigheid van Floris V. Dit gaf hem aanleiding tot een tocht naar Zeeland tegen Floris’ tante Aleid, die de Zeeuwen als voogdes bleven erkennen.

Hij versloeg haar op de Vernouts Ee bij Reimerswaal (1263). Otto intervenieerde in 1267 met zijn broer Hendrik III, prins-bisschop-elect van Luik, ten gunste van de Keulse burgers in hun conflict met aartsbisschop Engelbrecht Il. Nadat deze verslagen was, kregen de Gelderse graven van Keulen de titel ‘beschermer der stad’.

LITT. H.Verbeek, Graf Otto II. von Geldern (1910).

GRIEKENLAND

Otto I, koning van Griekenland (1832—62), *1.6.1815 Salzburg, ♱26.7.1867 Bamberg; tweede zoon

van Lodewijk I van Beieren. Otto werd in 1832 door de Griekse Nationale Vergadering tot koning gekozen. Hij regeerde de eerste jaren onder een Beierse regentschapsraad, maar ook daarna bleef de Beierse invloed in het Griekse bestuur sterk. In 1862 werd Otto door een militaire staatsgreep gedwongen het land te verlaten.

LITT. I.A.Petropulos, Politics and statecraft in the kingdom of Greece, 1833-34 (1968); J.Wilham, Die Anfage des griechischen Nationalstaates,

1833-43 (1973).

OOSTENRIJK

Otto van Habsburg, laatste kroonprins van Oostenrijk-Hongarije, *20.11.1912 Reichenau; zoon van keizer Karel ♱(1916-18). Na de val van de Oostenrijkse monarchie in 1918 ging Otto met zijn ouders in ballingschap en werd door het overlijden van zijn vader in 1922 troonpretendent. Na veel moeilijkheden met de Oostenrijkse autoriteiten deed hij in

1961 formeel afstand van zijn aanspraken. Otto beijverde zich sterk voor de Europese eenwording,

waarbij hij zich door romantisch-conservatieve en anticommunistische overwegingen liet leiden. Hij was o.a. actief in de Paneuropese Unie, waarin hij in 1972 R.N.Coudenhove-Kalergi als voorzitter opvolgde.

UTRECHT

Otto I van Gelre, bisschop van Utrecht (1212—15), 11.9.1215; zoon van Otto l, graaf van Gelre. Otto werd gekozen tegen de wil van graaf Willem I van Holland. Hij verleende zijn broer, Gerard V, graaf van Gelre, het recht de novale tienden te innen. Otto is slechts elect gebleven; hij overleed onderweg naar Rome.

Otto II van Lippe, bisschop van Utrecht (1216-27), ♱28.7.1227. Otto nam in 1218 deel aan de belegering van Damiate. In 1226 besliste hij een strijd om SalIand te zijnen gunste; in 1227 ondernam hij samen met Gerard V van Gelre een veldtocht tegen Rudolf, kastelein van Coevorden, waarbij hij sneuvelde in de Slag bij Ane.

Otto III van Holland, bisschop van Utrecht (123345), ♱26/27.3.1249 of 3.4.1249; broer van Floris IV van Holland. Otto beëindigde de strijd tegen de Drentenaren (1233) en herstelde het bisschoppelijk gezag in het Sticht.

< >