[Gr. osme, reuk], o., chemisch element, symbool Os.
Osmium is een bros en zeer hard metaal met blauwwitte kleur. Het behoort tot de 8A-groep van het periodiek systeem en tot de platinagroep. Er zijn van osmium isotopen bekend met atoommassa’s van 181-195. Natuurlijk osmium is niet radioactief en bestaat vooral uit de isotopen 188Os (13,3 %),
1890s (16,1 %), 190Os (26,4 %) en 192Os (41,0 %).
Osmium komt voor in osmiridium (legering van osmium en iridium) en in kleine hoeveelheden, altijd samen met andere platinametalen, in mineralen.
Osmium werd in 1803 door S.Tennent als eerste geïsoleerd uit osmiumtetroxide (Os04). Het metaal wordt thans bereid door Os04 te reduceren met waterstof. Vanwege de grote hardheid wordt het gebruikt voor vulpenpunten, grammofoonnaalden, lagers, in katalysatoren, enz.
Osmium vertoont veel overeenkomst met ruthenium. De belangrijkste osmiumverbinding is Os04 dat een eigenaardige geur heeft, zeer giftig en vluchtig is (kookpunt 130 °C). Een oplossing van Os04 in water reageert neutraal en wordt ten onrechte osmiumzuur genoemd. Verder gaat osmium door smelten met kaliumhydroxide en kaliumnitraat over in osmaten, K20s04. Behalve het dioxide Os02 kent men verschillende enkelvoudige en complexe halogeniden. In de organische chemie wordt Os04 toegepast als oxidatiemiddel om olefinen om te zetten in glycolen.