v., rechtzinnigheid, m.n. in religies de rechte leer (in onderscheid van heterodoxie of ketterij) en vandaar ook in ideologieën.
In het christendom is orthodoxie de aanduiding van de klassieke formuleringen van het dogma, die aanhangers bedreigd achten door elke vorm van modernisme of vrijzinnigheid. In de Rooms-Katholieke Kerk was (tot in de 20e eeuw) de functie van de term weinig pregnant: de orthodoxie is vanzelfsprekend vervat in de (leer van de) Kerk, totdat de polarisatie in de jaren zeventig ook in deze Kerk het begrip orthodoxie een ongekende betekenis gaf, o.a. door de afscheiding van de conservatieve Franse aartsbisschop Marcel Lefebvre in 1976. In het in vele richtingen verdeelde protestantisme, m.n. het calvinisme, was orthodoxie veelal een garantie voor geloofsgemeenschep.