José, Spaans cultuurfilosoof en letterkundige, *8.5.1883 Madrid, ♱18.10.1955 Madrid.
Ortega y Gasset studeerde in Duitsland en onderging de invloed van m.n. Dilthey en Simmel en daarmee van de anti-rationalistische levensfilosofie. In 1911 werd hij hoogleraar te Madrid. Zijn streven was gericht tegen de abstract-idealistische filosofie van vorige eeuwen. Zijn (existentialistische) grondstelling was: ‘Ik ben ik en mijn omstandigheden’. Ortega y Gasset hield zich bij voorkeur met de actualiteit bezig, hetzij op politiek en sociaal gebied (zelf had hij in 1931 zitting in de cortes), hetzij op het gebied van kunst, sport, muziek, litteratuur of psychologie.
Door deze veelzijdigheid en door zijn heldere stijl is de invloed van deze Spaanse denker ver over de grenzen van eigen land verbreid. Zijn gedachten heeft hij neergelegd in talloze, in zeer verzorgd Spaans geschreven essays, die verschenen zijn in een eigen tijdschrift, La Revista de Occidente. Hiermee had hij grote invloed op de jonge Spaanse intelligentsia. Van zijn essays zijn in Ned. vertaling enkele gebundeld: Bespiegelingen over leven en denken, historie en techniek (3e dr.
1975); Zelfinkeer en verbijstering (1975). Ortega y Gasset heeft ervoor geijverd Spanje meer bij de Europese cultuur te betrekken. Werken: Meditaciones del Quijote (1914), Espana intervertebrada (1922), El tema de nuestro tiempo (1923), La rebei lión de las masas (1930; Ned. vert. De opstand der\ horden, 1933), Obras (1946-47), Qué es filosofia? , (1960). Uitgaven: Obras inéditas (1958); Gesamrnelte Werke (6 dln. 1978).
LITT. N.Loeser, Ortega y Gasset en de philos. van het leven (1949); A.Montoro, J.Ortega y Gasset (1957); J.H.Walgrave, De wijsbegeerte van Ortega y Gasset (1958); D.Larese, Begegnungen mit Ortega y Gasset und Ionesco (1961); A.Guy, Ortega y I Gasset (1969); P.Silver, Ortega asphenomenologist (1978).