Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC)

betekenis & definitie

organisatie van de olie-producerende en exporterende landen, opgericht in 1960 als uitvloeisel van activiteiten van de Arabische Liga, door Iran, Irak, Koeweit, Saoedi-Arabië en Venezuela. In 1979 telde de OPEC dertien landen (toegetreden zijn Algerije, Ecuador, Gabon, Indonesië, Katar, Libië, Nigeria en de Verenigde Arabische Emiraten).

Het hoofdkwartier is in Wenen, waar op de halfjaarlijkse conferentie van de ministers voor oliezaken het OPEC-beleid officieel wordt vastgesteld. Unaniem aangenomen resoluties worden de beleidsvoorschriften voor de OPEC-landen. Een raad van gouverneurs vormt het dagelijks bestuur, waarin alle landen één vertegenwoordiger hebben. De aanvankelijke doelstelling was coördinatie van het oliebeleid gericht op stabilisatie van prijzen, verzekeren van regelmatig aanbod en een redelijke beloning op investeringen in de olie-industrie, later aangevuld met de eis van een zelfstandige exploitatie van de olie-exploratie en -winning en recentelijk (1978) met de eis van een redelijk aandeel in de verwerking tot eindprodukten. Na de politieke olieboycot van 1973 door de OPEC ten opzichte van landen die zich volgens hen schuldig hadden gemaakt aan een vijandige houding jegens de Arabische zaak in het conflict met Israël, bleek de machtspositie op de markt van de verbruikers naar de producenten te zijn omgeslagen, mede gezien de sterk in-elastische vraag als gevolg van de éénzijdige afstemming op olie in de industriële landen. Dit heeft geleid tot een aantal prijsverhogingen, waardoor de traditioneel lage prijs fors is opgetrokken.

De OPEC baseerde dit o.a. op de hoge belastingen in de industriële landen op olie en vonden dat ze van de aldus ontstane eindprijzen een redelijk aandeel konden incasseren. De bedoeling is de prijs regelmatig aan te passen onder meer aan het mondiale inflatiepercentage en sinds de koersdaling van de $ in 1977/78 ook daaraan. Saoedi-Arabië heeft die vooralsnog tegengehouden en kon dit ook vanwege zijn dominerende aandeel in de totale produktie. Door de sterk gestegen prijs hebben de OPEC-landen aanvankelijk enorme betalingsoverschotten ontwikkeld , waarvan zij een fors deel hebben gebruikt voor hun eigen industriële en sociale ontwikkeling, een deel voor hulp aan olie-importerende ontwikkelingslanden en fondsvorming via het Internationaal Monetaire Fonds, terwijl zij voorts hun buitenlandse investeringen en beleggingen sterk hebben opgevoerd. Een aantal van hen kampt nu zelf met betalingsbalanstekorten.

< >