Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Opzoomer, Cornelis Willem

betekenis & definitie

Ned. filosoof, jurist en letterkundige, *20.9.1821 Rotterdam, †23.8.1892 Oosterbeek. Opzoomer studeerde rechten te Leiden en werd in 1846 hoogleraar filosofie te Utrecht.

Zijn oratie, De wijsbegeerte den mensch met zichzelven verzoenende, die de vrijheid van de filosofie tegenover het openbaringsgeloof verkondigde, stond nog sterk onder de invloed van het idealisme van de Duitse filosoof K.Krause. Van orthodoxe zijde werd hij hevig bestreden en werd hij vergeleken met o.m. de Duitse theoloog D.F.Strauss. Opzoomer verdedigde zich in 1846 in twee publikaties, De leer van God bij Schelling, Hegel en Krause en De gevoelsleer van J.J.van Oosterzee. Na 1848 kwam hij onder de invloed van A.Comte en J.Stuart Mill, en ging zijn speculatieve filosofie over in een op ervaring berustend positivisme. Zintuiglijke gewaarwording en inwendige ervaring (lustgevoel), schoonheidsgevoel, zedelijk en godsdienstig gevoel zijn de vijf enige bronnen van kennis. Ook de geesteswetenschappen moeten steunen op de ervaring.

Door de erkenning van een specifiek religieus gevoel gaf Opzoomer aan de religie een empirische basis: in dit gevoel ervaart de mens de zekerheid van Gods bestaan. Opzoomer heeft een bepalende invloed gehad op de Ned. filosofie in de tweede helft van de 19e eeuw. Met zijn godsdienstfilosofie werd hij een van de stichters van de protestantse moderne theologie. Opzoomer was in 1870 een van de oprichters van de Ned. Protestantenbond ter bevordering van een vrijzinnig protestantisme. Als jurist had hij tot in de 20e eeuw invloed door zijn omvangrijke commentaar op het BW.Werken: De weg der wetenschap (1851), Wetenschap en wijsbegeerte (1857), De waarheid en hare kenbronnen (1859), Het wezen der kennis (1863), Staatsregterlijk onderzoek (1864), De godsdienst (1864–67), Aanteekening op de wethoudende alg. bepalingen der wetgeving van het koninkrijk (3e dr. 1873), De grenzen der staatsmacht (1873), Onze godsdienst (1874), Het BW verklaard (11 dln. 1874–87), Losse bladen (3 dln. 1886–87).

LITT. F.Sassen, Gesch. van de wijsbegeerte in Nederland tot het einde der 19e eeuw (1959); H. van ’t Veer, Mr. C.W.Opzoomer als wijsgeer (1961).

< >