1. bij een optisch systeem de lijn, waarop de kromtemiddelpunten van de brekende, resp. spiegelende vlakken gelegen zijn;
2. bij een kristal van geringere symmetrie dan die van het regulaire stelsel, richting van de normaal op een golffront met de eigenschap dat voor verschillende polarisatierichtingen de voortplantingssnelheid dezelfde is. Bij de optisch één-assige kristallen is er één zodanige richting aanwezig, bij de twee-assige kristallen zijn er twee verschillende richtingen, die deze eigenschap hebben. In het laatste geval noemt men deze richtingen ook wel de binormalen.