v.,
1. optica;
2. optische instrumenten: een winkel van optiek; optische uitrusting (lenzen en prisma’s) van een optisch instrument: deze microscoop is verouderd, maar de optiek is nog goed;
3. fig., neologisme) gezichtspunt of wijze van zien, visie: de tegenstrijdigheid komt daardoor tot stand dat wij snel na elkaar van wisselen;
4. optische eigenschappen: polyetheenfilm met een goede glans en een redelijke optiek.