Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

opperhoogte

betekenis & definitie

v. (-n, -s), (bosbouw) gemiddelde hoogte van de overheersende, krachtigst groeiende bomen van een opstand.

De opperhoogte geeft op elk tijdstip een aanwijzing over de maximaal mogelijke ontwikkeling van een boomsoort op de betreffende standplaats, omdat zij ontleend is aan individuen die vrijwel geen hinder van naburige exemplaren ondervinden. De opperhoogte is praktisch onafhankelijk van de mate van dunning, aangezien hierbij de heersende bomen vrijwel altijd ongemoeid worden gelaten; het is dan ook een betere maatstaf voor de kwaliteit van een bosopstand (boniteit) dan de gemiddelde hoogte. Bij de bepaling van de opperhoogte worden de te meten bomen regelmatig over de gehele opstand verspreid gekozen.

< >