m. (g. mv.),
1. het opmaken, m.n. van stoffen en van zetsel: de opmaak van een krant, de wijze van verdeling van het zetsel over de pagina’s; garnering, versiering;
2. make-up.
Het opmaken is het rangschikken van zetsel, clichés en andere drukelementen tot een pagina of een samenstel van pagina’s, meestal aan de hand van een layout of plakproef.
Variaties in de opmaak van kranten (en tijdschriften), zoals koppen over verscheidene kolommen, de extra-mededeling boven de kop, de intro waarin de essentie van het nieuws staat, tussenkopjes en illustraties moeten de tekst voor de lezer toegankelijk maken. De Engelse opmaak waarin ruim van deze middelen gebruik wordt gemaakt, kwam pas na de Tweede Wereldoorlog bij de Ned. pers in zwang. In Groot-Brittannië, de VS en Frankrijk maakte de populaire pers er al veel eerder gebruik van. Terughoudendheid in het gebruik van een al te opvallende opmaak treft men vooral bij kwaliteitskranten aan, hoewel ook die in hun presentatie ver af staan van wat enkele tientallen jaren geleden gebruikelijk was. Belangrijke invloed op het uiterlijk van kranten en tijdschriften heeft het feit of zij het merendeel van hun lezers in de vrije verkoop of in de abonnementen hebben; in het eerste geval zal nl. een opvallende opmaak tot een grote losse verkoop moeten noden. typografie.