v., de warmte die vrijkomt bij het adiabatisch oplossen van twee stoffen in elkaar.
Een negatieve oploswarmte betekent dat warmte vanuit de omgeving moet worden toegevoerd om twee stoffen in elkaar op te lossen zonder dat daarbij de temperatuur verandert. In dit geval kan men de stoffen gebruiken als koudmakend mengsel. Een zeer grote oploswarmte wijst er meestal op dat er bij het oplossen een chemische reactie plaatsvindt, in deze gevallen is het beter van reactiewarmte te spreken. Een grote oploswarmte kan evenwel ook duiden op een structuurwijziging zoals het opnemen van structuurwater in hydraten.
