(leverde op, heeft opgeleverd), (overg.)
1.na voltooiing leveren, afleveren (m.n. van bouwwerken en schepen): over drie maanden moet dat werk opgeleverd worden;
2. opbrengen, als opbrengst of voordeel verschaffen: dat bedrijf levert een goed bestaan op; ook negatief: dat levert ons verlies op;
3. als resultaat hebben, teweegbrengen: dat leverde een vreemd schouwspel op; de nasporingen leverden niets op; veroorzaken: gevaar opleveren.