v. (-n, -s), aandoening aan het gehoororgaan.
Het uitwendige oor kan in de eerste plaats aangeboren misvormingen van de oorschelp en van de gehoorgang vertonen (atresie). De uitwendige gehoorgang kan verstopt raken door -oorsmeer, dat slecht horen veroorzaakt, wat na verwijdering van de prop onmiddellijk beter wordt. Vooral in warme landen komt een ontsteking van de uitwendige gehoorgang voor die onschuldig maar zeer pijnlijk is en veroorzaakt wordt door een huidschimmel. Zeer veel voorkomend is de middenoorontsteking. Aandoeningen van het binnenoor zijn, wat ontstekingen betreft, meestal complicaties van een middenoorontsteking. Daarnaast komen aangeboren misvormingen voor die oorzaak zijn van sommige vormen van -doofheid, terwijl zeer vaak de functie van het binnenoor (slakkehuis) aangedaan is. Dit is o.a. het geval bij vele vormen van slechthorendheid, b.v. bij de ouderdomsslechthorendheid.-otosclerose.