Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

onvast

betekenis & definitie

bn. en bw. (-er, meest onvast),

1. niet in vaste toestand verkerend, week: door de regen was de grond onvast' geworden;
2. onstabiel, wankel: hij staat nog onvast op zijn schaatsen; een onvaste markt;
3. licht gestoord wordend: ik slaap nog onvast’;
4. onzeker: met onvaste schreden vervolgde hij zijn weg.

< >