Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

ontwrichting

betekenis & definitie

v. (-en),

1. (ook: luxatie), abnormale verplaatsing van de gewrichtsvlakken ten opzichte van elkaar, b.v. de bovenarm uit de schouderkom;
2. (fig.) het krachteloos maken, verlamming: duurzame ontwrichting van een huwelijk.

GENEESKUNDE

Gewoonlijk is een ontwrichting een gevolg van een plotseling inwerkend geweld: een val op de gestrekte arm, een onverwachte ruk aan de arm. Door de kracht waarmee de gewrichtsvlakken uit elkaar worden gedreven, scheurt bij de meeste ontwrichtingen het gewrichtskapsel, gevolgd door bloeding enz. Aangezien in de meeste gewrichten de kop gemakkelijker naar de ene dan naar de andere richting kan uitwijken, komen bij verschillende gewrichten typische ontwrichtingen voor.

De behandeling van een ontwrichting bestaat in het reponeren van de gewrichtsvlakken op hun normale plaats, gevolgd door fixatie en rust waarin de genezing van de kapselsscheur kan plaatsvinden. Repositie dient zo snel mogelijk na de ontwrichting te geschieden; een verwaarloosde, niet herkende ontwrichting kan tot verstijving van het gewricht leiden. Heeft iemand eenmaal een ontwrichting gehad dan treedt gemakkelijker in datzelfde gewricht opnieuw ontwrichting op, zelfs zonder noemenswaardige aanleiding (gewoonte-ontwrichting, of habituele luxatie). In enkele gevallen ontstaat tegelijk met de ontwrichting een breuk van de bolvlakken die het gewricht vormen (luxatiefractuur), vooral bij het enkelen het schoudergewricht. Zie gewrichtsaandoening, luxatie.

< >