v.,
1. het onschadelijk maken van gevaarlijke stoffen en organismen die besmetting verspreiden of bron van besmetting zijn; (in engere zin) het toepassen van middelen om ziektekiemen te doden.
Met ontsmetting kan men het effect van nucleaire, biologische of chemische strijdmiddelen in bepaalde opzichten beperken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verscheidene middelen en methoden, die meestal voor de bescherming van zowel personeel als materieel geschikt zijn. Na de inzet van nucleaire strijdmiddelen gaat het om allerlei vormen van besmetting met radioactief materiaal (fallout). Dit materiaal kan niet vernietigd, maar slechts verwijderd worden, wat in de regel met eenvoudige middelen (zoals water en zeep, borstels en poetslappen) zal moeten geschieden. Voor de ontsmetting van personeel dat met biologische of chemische strijdmiddelen in aanraking gekomen is, kunnen in de meeste gevallen, naast water, huidontsmettingspoeder en andere destructiemiddelen worden gebruikt. Met chemische of biologische strijdmiddelen besmet materiaal kan worden gereinigd met chloorkalk, calciumhypochloriet of een verdunde loogoplossing.