Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

onroerend beslag

betekenis & definitie

in België executoriaal beslag op onroerend goed dat eigendom is van de schuldenaar; voorheen geregeld door de wet van 15.8.1854, gewijzigd door het Ger. Wbk., dat een onderscheid maakt tussen bewarend beslag (artt. 1429-1444) en uitvoerend beslag op onroerend goed (artt. 15601626).

Iedere schuldeiser kan in spoedeisende gevallen aan de beslagrechter toelating vragen om op de onroerende goederen van zijn schuldenaar bewarend beslag te leggen, indien zijn schuldvordering zeker, opeisbaar en vaststaand is of vatbaar voor een voorlopige raming. Vanaf de dag waarop het beslag is overgeschreven op het hypotheekkantoor, kan geen daad van vervreemding of vestiging van hypotheek betreffende het in beslag genomen onroerend goed worden ingeroepen tegen de schuldeiser die bewarend beslag heeft gelegd. De schuldeiser kan ook de uitwinning vervolgen, krachtens een uitvoerbare titel, van de onroerende goederen en van hun als onroerend goed beschouwd toebehoren die eigendom zijn van zijn schuldenaar, alsook van de rechten van vruchtgebruik, erfpacht en opstal, die aan de schuldenaar toebehoren op goederen van dezelfde aard. Dit uitvoerend beslag wordt voorafgegaan door een bevel bij exploot van gerechtsdeurwaarder betekend aan de schuldenaar, en waarin bepaald wordt dat bij gebreke van betaling beslag zal worden gelegd op zijn onroerende goederen. Binnen zes maanden moet dit bevel gevolgd worden door een exploot van beslaglegging, dat overgeschreven wordt op het hypotheekkantoor. Vervolgens dient de schuldeiser bij de beslagrechter een verzoekschrift in te dienen tot benoeming van een notaris belast met de veiling van de in beslag genomen goederen en met de verrichtingen tot rangregeling.

< >