v., het vaststellen van de doelstellingen van de onderneming en de beslissingsregels die worden gehanteerd om deze te bereiken.
(e) Als basisdoelstelling van de onderneming wordt tegenwoordig de levensvatbaarheid het belangrijkst geacht, zowel economisch als sociaal gezien. Voor de economische levensvatbaarheid geldt dat ten minste de financiële opbrengsten van de goederen of diensten groter moeten zijn dan de kosten die noodzakelijk zijn om de opbrengsten te kunnen verkrijgen. Indien de organisatie vanuit het gezichtspunt van de maatschappij en de individuele participant al de bijdragen vergoedt, is sprake van sociale levensvatbaarheid. De activiteiten om deze doeleinden te realiseren worden gekozen aan de hand van beslissingsregels, waarin bij afnemende graad van onzekerheid bij de oplossing van de problemen achtereenvolgens de strategie, de substrategie, het programma en de standaardprocedure worden toegepast.
LITT. G.R.Eyzinga e.a., Planning en beheersing van organisaties (1977).
