bn.,
1. verplicht of gehouden tot het onderhoud, het in goede staat houden van iets, m.n. van openbare werken enz.: ik hoef aan die weg niet te betalen, alleen de aanwoners zijn -; zelfstandig gebruikt: de onderhoudplichtigen;
2. wettelijk verplicht om bloedverwanten levensonderhoud te verschaffen.