(het accent wisselt), bn. en bw.,
1. niet beschreven kunnende worden, niet geschikt om erop te schrijven: dat papier is volstrekt on'beschrijfbaar;
2. niet vatbaar voor beschrijving, zo vreemd, zo eigenaardig, zo groot, zo heerlijk of zo innig, dat het zich niet naar waarheid beschrijven laat: dat onbeschrijfbare gevoel; als bw. van graad, onbeschrijfbaar gelukkig.