Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

omzetten (veranderen)

betekenis & definitie

(zette om, heeft en is omgezet),

1. van plaats doen verwisselen, in elkaars plaats zetten of stellen: je moet de kinderen aan tafel zo kibbelen ze altijd met elkaar -; die plaats bij Maerlant is bedorven, maar te herstellen als men de verzen omzet;
2. (van geld en goederen) verwisselen met een andere geldswaarde of met bepaalde handelsartikelen, verhandelen: hij zet jaarlijks voor twee ton om; effecten in geld —; een valuta in een andere —;
3. van stand doen veranderen: een handel, een wissel —; de motor -;
4. (scheikunde) op een stof een zodanige werking uitoefenen dat er een stof met andere eigenschappen uit ontstaat: door gisting wordt suiker in alcohol en koolzuur omgezet; zich (van wijn), door gisting troebel worden en daardoor bederven;
5. veranderen in ruimere zin: water in stoom, geluid in elektrische energie —; ook in niet-materiële zin: plannen in daden —; een terdoodveroordeling in levenslange gevangenisstraf -; een zaak in een NV -; een muziekstuk van de toonsoort waarin het gezet is, in een andere overbrengen, transponeren: hij heeft dat lied uit a in c omgezet;
6. (grond) met de spade om werken tot op een diepte van 3-12 dm: het van de grond dient vooral als voorbereiding voor het planten van hout; metselof betonspecie dooreenwerken; (koren, mest enz.) met schop of spade dooreenwerken om bederf, broeiing enz. te voorkomen; de knecht heeft nog pas het hooi op zolder omgezet;
7. haastig en driftig om iets heen komen, eromheen (komen) stuiven: wie komt daar met zo’n drift de hoek -?

< >