v., de verhouding tussen de verkochte hoeveelheid en de in voorraad gehouden hoeveelheid van een produkt of produktgroep.
(e) Wanneer een bedrijf b.v. van een bepaald artikel, waarvan steeds 2000 stuks in het magazijn aanwezig zijn, 18000 stuks per maand verkoopt, dan is de omzetsnelheid van dat artikel 18000 : 2000 = 9 per maand. Daar de voorraad in de praktijk uiteraard niet op alle ogenblikken van het beschouwde tijdvak even groot is, wordt als noemer van de breuk gewoonlijk een (volgens een meer of minder nauwkeurige methode vastgestelde) gemiddelde voorraad genomen. Veelal behoeft een bedrijf de omzetsnelheid niet van elk produkttype afzonderlijk te kennen, maar slechts per productcategorie. Voor de berekening zullen dan de omzet en de voorraad niet in fysieke hoeveelheden, maar in geldswaarde (b.v. inkoop-, verkoopof →vervangingswaarde) moeten zijn uitgedrukt. De omzetsnelheid is een belangrijk kengetal, dat de bedrijfsleiding aanwijzingen omtrent de rentabiliteit van het in de voorraden geïnvesteerde vermogen verschaft en bij herziening van de samenstelling van het magazijnassortiment als selectiecriterium kan dienen.
