Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-06-2020

omweg

betekenis & definitie

m. (-en),

1. weg die langer is dan de gewone of rechte verbinding tussen twee plaatsen: een nemen, maken; reizen over een —; fig.: zo kwam hij langs een weer op het uitgangspunt van zijn betoog terug; zonder omwegen op zijn doel afgaan, rechtstreeks;
2. (fig.) nodeloze omhaal van woorden: iets zonder omwegen zeggen, mededelen, verklaren; iets zonder veel omwegen vragen, zonder complimenten.

< >