voorvoegsel, dat vaak met een ww. vorm zowel in scheidbare als onscheidbare samenst. wordt gebruikt; het duidt aan:
1. een omsluiting (omarmen);
2. een omringing (omfladderen);
3. heren derwaarts (omdolen);
4. naar alle kanten (omroepen);
5. langs een omweg (omlopen);
6. verandering van richting (ombuigen);
7. anders (een tekst omwerken);
8. dooreen (omploegen).