m. (-en), grottensalamander, Proteus anguinus, blinde salamander die in de ondergrondse wateren van de Karst leeft.
(e) De olm is kleurloos en heeft een slank lichaam met vier zwak ontwikkelde poten; de totale lengte kan 25 cm bedragen. Hoewel longen aanwezig zijn, blijven drie paar uitwendige kieuwen bewaard. De olm maakt nooit een gedaanteverwisseling door en blijft in vele kenmerken op het larvestadium staan. Deze permanente larven worden echter wel geslachtsrijp. De olm is eier-levendbarend en brengt één of twee jongen ter wereld. Hij voedt zich met kleine waterdieren.