m. (-s), axilla,de onder de schouder gelegen holte die begrensd wordt door de grote borstspier, de brede rugspier, de bovenarm en de borstkas.
(e) De huid van de oksel is in het midden behaard en bevat een groot aantal zweeten talgkliertjes. De afscheidingen van deze kliertjes vormen te zamen het sterk ruikende, zuur reagerende okselzweet. In de okselholte verlopen bloedvaten en zenuwen naar de arm. De zenuwen vormen in de oksel een vlechtwerk om de slagader. De lymfknopen in de oksel verzamelen de lymf van de arm, de schouder en de borstwand tot de hoogte van de navel.