m. (-’s), Okapia johnstoni, een zoogdiersoort uit de familie giraffen.
(e) De okapi, een korthalzige vertegenwoordiger van de giraffen, is verspreid over een betrekkelijk beperkt gebied in het dichte oerwoud van noordoostelijk Zaïre. Dit dier is ca. 1900 ontdekt (door H. Johnston) en baarde groot opzien als het laatst ontdekte grote zoogdier. De okapi heeft een warmbruine zebratekening op de achterdelen en -poten. Het streeppatroon is zeer variabel; het aantal strepen (maximaal ca. 20) links en rechts hoeft niet gelijk te zijn. Wel zijn eigenschappen van het streeppatroon van de ouders bij de jongen duidelijk aan te treffen.
Okapi’s zijn aanzienlijk kleiner dan giraffen: schouderhoogte tot 1,65 m, kophoogte tot 1,80 m; de vrouwtjes worden in het algemeen wat groter dan de mannetjes. Vergeleken met de giraf is de hals een stuk korter en zijn ook de voorste ledematen naar verhouding minder lang. De okapi is evenals de giraf een telganger. De mannetjes dragen korte, rechte en onvertakte hoorns; de vrouwtjes zijn hoornloos. Men kent uitgestorven giraffeachtigen die sterk op de okapi leken, maar waarvan sommige vertakte hoorns droegen.
Ook in dierentuinen hebben okapi’s zich voortgeplant. De Belg. regering had destijds het dier volledige bescherming in Belg. Kongo verleend en een speciaal okapistation voor vangst en onderzoek opgezet. Nadat dit aanvankelijk verloren gegaan was, zijn enige jaren geleden weer okapi’s uit Zaïre geëxporteerd.
Okapi’s zijn bladeters en vanwege een aantal ingewandsparasieten moeilijk in leven te houden. Leeftijden van ca. 24 jaar zijn echter al bereikt. Na een draagtijd van 14,5 maand (zeer lang voor een dier van de grootte van een okapi) wordt één jong geboren. . LITT. A.Gijzen, Das Okapi (1959).