[Ogmios (?), een Gallische god], o., Oudiers alfabet waarvan de letters gevormd worden door één tot vijf korte of lange, rechte of schuine inkervingen aan een of beide zijden van de rand van een rechtopstaande steen (flesc).
Een groot aantal ogaminscripties is in Ierland bewaard, nl. die op de grote en rechtopstaande stenen, in de regel als grafstenen bedoeld, soms als grenstekenen. Blijkens oude Ierse teksten werden ogamtekens ook in hout gekerfd, en dan werd er, evenals aan de Noordse runen, een magische kracht aan toegekend. Men dient de magische ogamtekens echter te onderscheiden van de epigrafische. Van beide is de oorsprong onzeker.
LITT. J.Vendryes, L’écriture ogamique et ses origines (in: Études celtiques IV, 1948).