v./m. (-lagen),
1. dichte, harde, donkerbruine tot roodbruine laag van ijzeroer, oerbank (e);
2. inspoelingslaag of B-horizont in de bodem (e).
(e) BODEMKUNDE. Een ijzeroerlaag komt op geringe diepte in de grond voor (→moerasijzererts). In de landbouwgronden vormt een oerlaag een slecht of niet waterdoorlatende laag, die ook voor wortels ondoordringbaar is. Afhankelijk van de diepte waarop de oerlaag voorkomt, kan zij aanleiding geven tot wateroverlast en tot stagnatie in de dieptegroei van de plantewortels, zodat ook verdroging kan optreden.
VELDBODEMKUNDE. Een inspoelingslaag of →B-horizont komt m.n. in de bodem voor, wanneer deze door humusen/of ijzerverbindingen verkit is (zandoer); deze componenten zijn afkomstig uit de bovenliggende lagen.