plantenfamilie, behorend tot de klasse →Dicotyledones, ca. 30 geslachten (ca. 400 soorten) omvattend. Deze familie komt voor in de (sub)tropen van Amerika, Afrika en Azië (vrijwel ontbrekend in Australië).
Het zijn bomen of heesters, zelden kruiden. De bladeren zijn enkelvoudig, verspreid, met talrijke, fijne, evenwijdige zijnerven. Steunblaadjes aanwezig. Bloem groot, geel of wit, tweeslachtig (bloembodem na de bloei meestal gezwollen), met vrije kroonbladeren en vele (ook 5 of 10) meeldraden. Vruchtbeginsel bovenstandig, eenhokkig of meerhokkig (soms hokken vrij van elkaar, maar aan de voet door de stijl(en) verbonden). Voorbeelden: Lophira, Ochna.