Herman Theodoor, Ned. hervormd theoloog, *23.1.1869 Aalten, ♱29.12.1947 Utrecht. Obbink was predikant o.a. te Middelburg en ’s-Gravenhage.
In 1910 werd hij hoogleraar te Amsterdam, van 1913—39 te Utrecht, waarvan enige jaren hofpredikant van koningin Wilhelmina. Obbink bewoog zich op het terrein van de godsdienstgeschiedenis en het OT. Hij was vele jaren voorzitter van de commissie ter voorbereiding van de nieuwe vertaling van het OT, waarvoor hij zelf vele bijdragen leverde; daarnaast een leidende figuur in de ethische vereniging; hij was met M.van Rhijn hoofdredacteur van het Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur (1924—40). Obbink beoefende de vergelijkende godsdienstwetenschappen in nauwe aansluiting aan de godsdienstgeschiedenis. Werken: Het bijbels paradijsverhaal en de Babyl. bronnen (1917), Op bijbelse bodem (1924), Inl. totdebijbel (1928), De godsdienst in zijn verschijningsvormen (2 dln. 1933), Keur uit de verspreide geschriften (1939).