v., een beveiligings- en regelingssysteem van de treinenloop op emplacementen.
De NX-beveiliging, een geautomatiseerde all relay-beveiliging, werd in de jaren dertig ontwikkeld door het Amerikaanse bedrijf General Railway Signal Company. De naam is afgeleid van eNtrance eXit, wat verband houdt met de beginen eindknoppen in het bedieningstableau waarop de sporen, wissels en seinen schematisch zijn aangebracht. Als seinen worden lichtseinen toegepast, die in het tableau door de beginknoppen worden vertegenwoordigd. Een spoorgedeelte tussen twee seinen, met inbegrip van de daartussen liggende wissels of delen daarvan, wordt rijweg genoemd. Daar waar een rijweg eindigt, is een eindknop geplaatst, waaruit volgt dat er meestal een eindknop is geplaatst bij een beginknop van een aansluitende rijweg. Nadat een beginknop en een eindknop zijn ingedrukt, worden de wissels in de rijweg automatisch in de juiste stand gestuurd en vergrendeld en wordt gecontroleerd of de gekozen rijweg veilig kan worden bereden.
Daarna komt het sein aan het begin van de rijweg uit de stand ‘stop’ en geeft de toegelaten snelheid aan. Op het tableau is dat zichtbaar aan het gaan branden van signaallampjes in of bij de beginknop en in de wissels. De stand van de wissels wordt òf door wisselstandaanwijzers òf door lampjes weergegeven. Als de trein de ingestelde rijweg berijdt, wordt de vergrendeling van de wissels achtereenvolgens opgeheven en doven de bij de rijweg betrokken lampjes in het tableau. In het tableau zijn ook wisselsleutels aanwezig, waarmee de wissels individueel bediend en vergrendeld kunnen worden. Hierdoor is het mogelijk om de wissels in een bepaalde stand vast te leggen, b.v. bij werkzaamheden op het emplacement. De veilige treinenloop wordt gewaarborgd door veiligheidsrelais, die zijn geschakeld volgens een ‘fail safe’ beginsel, d.w.z. dat optredende fouten een veiliger toestand tot gevolg hebben.