bisschop van LUIK (972—1008), geb. ca.930 Zwabenland, overl. 10.4.1008 Luik. Notker stamde uit de Zwabische adel en was een neef van keizer Otto I.
Zijn intellectuele vorming ontving hij waarschijnlijk te Sankt Gallen. Nadat hij leraar was geweest in de abdijschool van Stavelot, werd hij bisschop. Notker wordt beschouwd als de eigenlijke stichter van het prinsbisdom Luik. Hij waakte over de kerkelijke discipline, liet verscheidene kerken bouwen, stichtte in 979 de Luikse kapittelkerk van het H. Kruis en maakte de Luikse domschool tot een van de beste van die tijd. Als vertegenwoordiger van de paus nam hij aan talrijke rijkssynoden deel.
Hij stond in nauwe relatie tot de keizers Otto III (982—1002) en Hendrik II (1002—24); de eerste vergezelde hij tot drie maal toe op reizen naar Italië. Notker hield de adel in bedwang en maakte de stad Luik tot een sterke vesting. Hij had grote belangstelling voor de wetenschap. De vitae van de heiligen Landoaldus, Hadalinus en Remaclus werden in zijn opdracht door Heriger van Lobbes geschreven. Gedachtenis: 9 of 10 april.
LITT: G.Kurth, Notker de Liège (1905).